slalommen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sla·lom·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
slalommen |
slalomde |
geslalomd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
slalommen
- (wintersport) zigzaggend zich door uitgezette poortjes voortbewegen, zigzaggen, gewoonlijk op ski's
Gangbaarheid
- Het woord slalommen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slalommen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be