slabberen
- slab·be·ren
slabberen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
slabberen |
slabberde |
geslabberd |
zwak -d | volledig |
- snel, morsig en luidruchtig eten en drinken (zoals varkens doen)
- Het woord slabberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slabberen" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ slabberen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be