slaat aan
- slaat aan
vervoeging van |
---|
aanslaan |
slaat (…) aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslaan
- Jij slaat aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslaan
- Hij slaat aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanslaan
- Slaat aan!
- Het woord slaat aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.