• slaat aan
vervoeging van
aanslaan

slaat (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslaan
    • Jij slaat aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslaan
    • Hij slaat aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanslaan
    • Slaat aan!