• skri·ve·pult
  • Samenstelling van het Deense werkwoord skrive en het Deense zelfstandige naamwoord pult
Naar frequentie 71499
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skrivepult     skrivepulten     skrivepulte     skrivepultene  
genitief   skrivepults     skrivepultens     skrivepultes     skrivepultenes  

skrivepult, g

  1. (meubel) schrijflessenaar
    «Han styrede målbevidst mod en af skrivepultene, hvor han stillede en taske fra sig på gulvet.»
    Hij stuurde vastberaden tegen een van de schrijflessenaars waar hij zette een tas voor zich op de vloer.


  • skri·ve·pult
  • Samenstelling van het Noorse werkwoord skrive en het Noorse zelfstandige naamwoord pult
Naar frequentie 46311
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skrivepult     skrivepulten     skrivepulter     skrivepultene  
genitief   skrivepults     skrivepultens     skrivepulters     skrivepultenes  

skrivepult, m

  1. (meubel) schrijflessenaar



  • skri·ve·pult
  • Samenstelling van het Nynorske werkwoord skrive en het Nynorske zelfstandige naamwoord pult
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skrivepult     skrivepulten     skrivepultar     skrivepultane  

skrivepult, m

  1. (meubel) schrijflessenaar