sjonnie
Niet te verwarren met: Sjonnie |
- sjon·nie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjonnie | sjonnies |
verkleinwoord |
de sjonnie m
- (informeel) ordinair manspersoon
- ▸ Een andere buutreedner, Patrick Rolefes, kroop in de huid van een Haagse Sjonnie, terwijl Koop Drost verhaalde over zijn jeugd in de jaren zeventig.[2]
- ▸ Volkse, ordinaire types werden in de jaren 90 massaal Sjonnies en Anita's genoemd. Anita haalde met die betekenis zelfs de Dikke Van Dale. Nu worden er speciale feesten georganiseerd. Benieuwd hoeveel procent Sjonnie/Anita jij in je hebt? Doe onderaan de test![3]
- Het woord sjonnie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjonnie" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ sjonnie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Gezelligheid troef op gala van Oldenzaalse Markloawen” (30-01-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron Jeroen Schmale & Sanne Riepema“Lamlendig, aso, maar ook puur: ben jij stiekem een Sjonnie of Anita?” (27-07-2017), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be