sjap

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sjap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sjap

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Deens? uit het Maleis?

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sjap	sjappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sjap m

1. (informeel) een opschepperig, onopgevoed persoon
2. (informeel) borrel

Synoniemen

• [1] sjappie, sjappietouwer

Gangbaarheid

• Het woord sjap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjap" herkend door:

13 %	van de Nederlanders;
18 %	van de Vlamingen.