sibibusi
- si·bi·bu·si
- uit het Surinaams - Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sibibusi | sibibusi's |
verkleinwoord |
sibibusi
- (meteorologie) zware tropische regenbui die gepaard gaat met heftige windstoten
- ▸ Hij en andere jonge Surinamers hopen niet op een nieuwe wind, maar op een Sibibusi, een tropische bui die alles schoon wast.[1]
- Het woord sibibusi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Aniete Coelingh“Nieuw parlement in Suriname begint, vroege scheur in coalitie gelijmd” (29-06-2020), NOS