• show·time
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord showtime
verkleinwoord

de showtimem

  1. Amerikaanse betaaltelevisiezender
    •  
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be