• sgraf·fi·to's

de sgraffito'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sgraffito
     Bijna twee jaren had de bouwerij geduurd; geheel Z. had er belang in gesteld, en herhaalde kreten van bewondering waren onder de toeschouwende menigte opgegaan, toen de schutting viel en de zevenvensterige, hardstenen gevel vrij te voorschijn kwam, met zijn zware balkons door satyrs gedragen, zijn statige met staal beslagen deur tussen twee marmeren pilasters gevat, zijn sgraffito's onder de vensters, zijn fraaie kroonlijst met dak in Louvre-stijl en zijn zes treden hoge stoep, die voor een museum niet misplaatst ware geweest.[1]
     De sgraffito's en het sectielwerk van Toorop, de decoratieschilderingen van Roland Holst, het gebrandschilderd glas van Derkinderen, het smeedijzer, de symbolische beeldsnij-ornamenten op deuren en houtwerk en in de natuursteen van het portaal zijn bijna geometrisch gestileerd en blijven alle in het vlak.[2]
  1.   Weblink bron “Jong Holland.”, 2e druk (1983), Querido, Amsterdam, ISBN 9021495775, p. 67
  2.   Weblink bron
    Jan Romein & Annie Romein-Verschoor
    “Erflaters van onze beschaving.”, 12e druk (1977), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 9021420287, p. 856