selfmade shawl
  • self·made
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘eigengevormd’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • uit het Engels[2]
stellend
onverbogen selfmade
verbogen
partitief selfmades

selfmade

  1. zonder hulp van anderen, op eigen kracht
    • - Maar veilig is in je eentje op zee zeilen natuurlijk niet, en gezellig al helemaal niet. Net als zijn collega-eenzame-selfmade-miljonairs was Jarmund dus altijd bezig met het regelen van zeilgezelschap. [3] 
    • - Verwarring rond nationaliteit en identiteit past bij Traïdia. Dat blijkt ook uit zijn korte documentaire Verdrietig is verleden tijd, die de Humanistische Omroep morgenavond vertoont. Daarin laat hij zien hoe ideeën en gevoelens over Moluks-zijn door de tijd veranderen. In 1951 kwam KNIL-korporaal Stefanus Ririhena met zijn jonge gezin naar Nederland. Het tijdelijk verblijf bleek permanent. Zijn zoon en vijf dochters groeiden hier op, zijn kleinkinderen werden hier geboren. De ondertitel van de film is `De selfmade inburgering van drie generatie Molukkers'.[4]  
87 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]