• seist
vervoeging van
seizen

seist

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van seizen
    • Jij seist. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van seizen
    • Hij seist. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van seizen
    • Seist! 


  • seist

seist

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van sein: kan zijn, moge zijn, weze, zij