Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schraap·ten weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegschrapen

schraapten (...) weg

  1. meervoud verleden tijd van wegschrapen
    • Wij schraapten weg. 
    • Jullie schraapten weg. 
    • Zij schraapten weg. 

Gangbaarheid