Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • school·zwom·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
schoolzwemmen

schoolzwommen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van schoolzwemmen
    • ...dat wij schoolzwommen. 
    • ...dat jullie schoolzwommen. 
    • ...dat zij schoolzwommen. 

Gangbaarheid