• schil·der·les
enkelvoud meervoud
naamwoord schilderles schilderlessen
verkleinwoord

de schilderlesv / m

  1. een les in het schilderen
     Nadat Van Gogh schilderles was gaan geven aan verzamelaar Antoon Hermans, beschikte hij ineens over interessante objecten uit diens collectie. "Dan duiken er wat meer bijzondere voorwerpen op die helemaal niet bij zijn moeder in de keuken staan. Antieke baardmankruiken of een raar voorwerp als een kruithoorn of sigarenhouder. Aanwijzingen dat als hij iets leuks zag, vroeg: 'Oh, mag ik dat gotische kannetje even lenen?'."[2]
     Schrijver en schilder Charlotte Mutsaers studeerde aan de Rietveld-academie en gaf er ruim tien jaar schilderles. "Maar over ondernemerschap - ik vraag me af of dat woord in de jaren 80 al bestond - bracht ik de studenten weinig bij. Dat deed in die tijd trouwens niemand. Ik vind het een verarming dat het in de kunsten nu tot vervelens toe over poen en roem gaat. Ik realiseer me dat het nodig is om jezelf aan de man te brengen, maar of je dat kunt leren."[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Blik op Van Goghs kopjes en vazen: 'Je ziet zijn ogen gaan'” (Zondag 31 juli, 17:30), NOS
  3.   Weblink bron
    Rachel de Meijer
    “50 jaar Rietveld Academie: is de kunstopleiding nog van deze tijd?” (Vrijdag 2 november 2018, 12:08), NOS