Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schikt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inschikken

schikt (...) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschikken
    • Jij schikt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschikken
    • Hij schikt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inschikken
    • Schikt in!