Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheep·ten in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inschepen

scheepten (…) in

  1. meervoud verleden tijd van inschepen
    • Wij scheepten in. 
    • Jullie scheepten in. 
    • Zij scheepten in. 

Gangbaarheid