schaamde dood
- schaam·de dood
vervoeging van |
---|
doodschamen |
schaamde dood
- enkelvoud verleden tijd van zich doodschamen
- Ik schaamde me dood.
- Jij schaamde je dood.
- Hij, zij, het schaamde zich dood.
- Ik schaamde me dood.
- Het woord schaamde dood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.