Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ruim·den puin
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
puinruimen

ruimden (…) puin

  1. meervoud verleden tijd van puinruimen
    • Wij ruimden puin. 
    • Jullie ruimden puin. 
    • Zij ruimden puin. 

Gangbaarheid