ruimden op
- Geluid: ruimden op (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrœymdə(n) ˈɔp / (3 lettergrepen)
- ruim·den op
vervoeging van |
---|
opruimen |
ruimden (…) op
- meervoud verleden tijd van opruimen
- Wij ruimden op.
- Jullie ruimden op.
- Zij ruimden op.
- Wij ruimden op.
- ▸ Ze ruimden vooral toiletpapier, sigarettenpeuken, blikjes, flessen en voedselverpakkingen op.[1]
- Het woord ruimden op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers