• ruim puin
vervoeging van
puinruimen

ruim (…) puin

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van puinruimen
    • Ik ruim puin. 
  2. gebiedende wijs van puinruimen
    • Ruim puin! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van puinruimen
    • Ruim je puin?