• rug·waarts
stellend
onverbogen rugwaarts
verbogen rugwaartse
partitief rugwaarts

rugwaarts

  1. terug, achteruit

rugwaarts

  1. terug, achteruit
88 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be