rotten samen
- rot·ten sa·men
uit rotten (werkwoord) en samen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
samenrotten |
rotten (...) samen
- meervoud tegenwoordige tijd van samenrotten
vervoeging van |
---|
samenrotten |
rotten (...) samen
- meervoud verleden tijd van samenrotten
- Wij rotten samen.
- Jullie rotten samen.
- Zij rotten samen.
- Wij rotten samen.
- Het woord rotten samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.