• ro·cam·bo·les·ker

rocambolesker

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van rocambolesk
    • Het gaat er nu maar om, of onze gejachte confraters gedwongen zijn binnen de relatieve perken van hun precaire vrijheid de lezers voor de zotte houden met een berichtgeving, die steeds rocambolesker, plooi­baarder en sensationeler (allebei in de meest ongun­stige betekenis) én voor de scribent én zijn lezer in de grond vernederender wordt. [1]