Nederlands

 
[1] riesling wijn
 
[2] witte druivensoort
Uitspraak
Woordafbreking
  • ries·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Duits [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord riesling rieslings
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rieslingm

  1. (drinken) soort witte wijn die oorspronkelijk uit Duitsland komt
     Wie tijdens de lunch zo’n perfect forelletje uit de Sûre wil eten, bereid met Riesling en dragon, adviseer ik in Esch, het restaurant van hotel Postillon.[2]
     Niet alleen het eten is van een hoog niveau bij de buren. Duitsland is ook een echt wijnland: La Deutsche Vita. Op slechts vier uur rijden van onze grens is het milde klimaat van Rijnland-Palts ideaal voor druiven, amandel- en vijgenbomen. Hier vind je zes wijngebieden waar de heerlijkste Rieslings vandaan komen.[3]
     Er zijn vele recepten, dit is een eenvoudige doch voedzame versie. Verwarm de riesling in een pan, kook hierin de geleisuiker met de honing. Voeg de paardenbloemen aan de suikermassa toe. Appel en sinaasappel erbij, laat zachtjes koken.[4]
  2. witte druivensoort

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. riesling op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Verviers-Longwy 202 km” (03 jul. 2017), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “Beleef een toptijd in Duitsland” (28 dec. 2017), De Telegraaf
  4.   Weblink bron “Recept van de dag: paardenbloemengelei” (21 apr. 2018), De Telegraaf
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be