richel
- ri·chel
- In de betekenis van ‘rand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1530 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | richel | richels |
verkleinwoord | richeltje | richeltjes |
- een smalle uitstekende rand of lijst.
- ▸ Eén richel in het bijzonder was zo gevaarlijk dat je een ijsbijl nodig had om je te zekeren om zo te voorkomen dat je zou uitglijden.[2]
- Het woord richel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "richel" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "richel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be