Nederlands

 
restyling van de Fiat 500
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·sty·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord restyling
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de restylingv / m

  1. vernieuwing van uiterlijke vorm
    • Edward Morshuis is ‘apetrots’ dat hij met het café van hem en zijn vrouw Olga in de Café Top 100 2015-2016 staat. Café Morshuis in Albergen is één van de vijf Twentse cafés in die lijst en staat op plek 77. „Die klassering danken wij aan het feit dat wij de bierkranen naar achteren hebben geplaatst waardoor het geheel er gastvriendelijker uitziet, de restyling van ons café dat nu een opener karakter heeft en het terugbrengen van het aantal koelmotoren van vijf naar één.” [1] 
    • Volgens afdelingsdirecteur Aldo van Duivenboden van MIM is de tekst van Trump drie jaar geleden opgehangen, bij de laatste restyling in het Epy Drost-gebouw. ,,Ik ben daar niet bij geweest. Ik vermoed dat Trump als hèt symbool voor succes werd gezien, tóen.’’ [2] 
    • Het Cultureel Straatfestival en de Stichting Beheer Registergoederen slaan dit jaar de handen ineen. Omdat het straatfestival dit jaar zijn 20e editie viert en het Deldense Parochiehuis na een flinke restyling wordt heropend, organiseren de twee op zaterdag 17 september samen een culturele avond. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen