• re·pli·ca·tors

de replicatorsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord replicator
     Maar iets anders is veel minder onwaarschijnlijk, namelijk dat in de fameuze „oersoep" purinederivaten ontstaan zijn die zichzelf konden reproduceren. Dawkins noemt zulke stoffen „replicators", en ziet het begin van het ontstaan van het leven zó, dat zulke "replicators" een onderlinge "strijd" aangingen waarbij diegene, die zich het snelst kon repliceren, won.[1]
  1.   Weblink bron
    I. S. Verbrugh
    Gynaecoloog G. J. Kloosterman neemt afscheid : De werkelijkheid maakt je milder in: NRC Handelsblad (6 januari 1983), Nieuwe Rotterdamse Courant, Rotterdam, p. 17 (W&O 4) kol. 2