repatriëringsvlucht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pa·tri·e·rings·vlucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord repatriëringsvlucht repatriëringsvluchten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de repatriëringsvluchtv / m

  1. een reis met een vliegtuig om weer terug te kunnen komen in het vaderland
    • Door de repatriëringsvlucht werden door de crisis gestrande reizigers terug naar huis gebracht.