• rekt tijd
vervoeging van
tijdrekken

rekt (…) tijd

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijdrekken
    • Jij rekt tijd. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijdrekken
    • Hij rekt tijd. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tijdrekken
    • Rekt tijd!