reisde door
- Geluid: reisde door (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛizdə ˈdor / (3 lettergrepen)
- reis·de door
vervoeging van |
---|
doorreizen |
reisde (…) door
- enkelvoud verleden tijd van doorreizen
- Ik reisde door.
- Jij reisde door.
- Hij, zij, het reisde door.
- Ik reisde door.
- Het woord reisde door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.