regel in
- re·gel in
vervoeging van |
---|
inregelen |
regel (...) in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inregelen
- Ik regel in.
- gebiedende wijs van inregelen
- Regel in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inregelen
- Regel je in?
- Het woord regel in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.