• re·gel bij

uit regel (werkwoord) en bij, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

vervoeging van
bijregelen

regel (...) bij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijregelen
    • Ik regel bij. 
  2. gebiedende wijs van bijregelen
    • Regel bij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijregelen
    • Regel je bij?