regaleren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ga·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
Werkwoord
regaleren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
regaleren |
regaleerde |
geregaleerd |
zwak -d | volledig |
- tracteren op een maaltijd
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'regaleren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regaleren" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ regaleren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be