Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rec·tor·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rectorschap rectorschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rectorschapo

  1. het rector zijn; de functie van rector
     Snowden kandidaat rectorschap universiteit Glasgow[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Snowden kandidaat rectorschap universiteit Glasgow” (21-01-2014), Tubantia