Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • recht·te aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanrechten

rechtte (…) aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanrechten
    • Ik rechtte aan. 
    • Jij rechtte aan. 
    • Hij, zij, het rechtte aan. 

Gangbaarheid