recappen
- re·cap·pen
- uit het Engels
recappen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
recappen |
recapte |
gerecapt |
zwak -t | volledig |
- banden voorzien van een nieuw loopvlak
- naalden voorzien van doppen
- (informeel) verkorting van recapituleren, herhalen
- Het woord recappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "recappen" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be