realia
- re·a·lia
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘concrete zaken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1763 [1]
de realia mv
- (onderwijs)/(wetenschap) concreet object van waarneming
- (taalwetenschap) benaming voor de aan een bepaald land of cultuurgebied gebonden concrete en unieke verschijnselen dan wel categoriale begrippen en/of hiervoor gangbare terminologie.
- "Realia zijn vaak historisch bepaald. Zelfs landen binnen eenzelfde taalgebied kennen uiteenlopende realia. Nederland kent d’66, het vmbo, de Hoge Raad en het nob, maar Vlaanderen niet." (Grit, 1997, Filter, tijdschrift over vertalen. Nadruk toegevoegd)
- Het woord realia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "realia" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "realia" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be