Nederlands

 
rawlplug
Uitspraak
Woordafbreking
  • rawl·plug
Woordherkomst en -opbouw
  • oorspronkelijk een Engelse merknaam
enkelvoud meervoud
naamwoord rawlplug rawlpluggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rawlplugv / m

  1. (bouwkunde) plastic plug waarmee men schroeven in een muur kan bevestigen

Gangbaarheid

14 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be