ranselt af
- Geluid: ranselt af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɑnsəlt ˈɑf / (3 lettergrepen)
- ran·selt af
vervoeging van |
---|
afranselen |
ranselt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afranselen
- Jij ranselt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afranselen
- Hij ranselt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afranselen
- Ranselt af!
- Het woord ranselt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.