rammelde af
- Geluid: rammelde af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɑməldə ˈɑf / (4 lettergrepen)
- ram·mel·de af
vervoeging van |
---|
aframmelen |
rammelde (…) af
- enkelvoud verleden tijd van aframmelen
- Ik rammelde af.
- Jij rammelde af.
- Hij, zij, het rammelde af.
- Ik rammelde af.
- Het woord rammelde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.