Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rai·der
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord raider raiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de raiderm

  1. iemand die zorgt voor een vijandige overname van een bedrijf door aandelen te kopen
  2. een boot van kapers

Gangbaarheid

43 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen