ragende
- ra·gen·de
vervoeging van: | ragen |
ragende
- verbogen vorm van ragend, het onvoltooid deelwoord van ragen
- Het woord ragende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ra·gen·de
- Afleiding van het onvoltooid deelwoord van het Duitse werkwoord ragen.
ragende
- vrouwelijk enkelvoud van ragend
- eine aus dem Wasser ragende Felsspitze
een uit het water oprijzende rotspunt
ragende
- onbepaald nominatief meervoud van ragend
- mehrere aus dem Wasser ragende Felsen
meerdere uit het water oprijzende rotsen