raas aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raas aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanrazen |
raas (...) aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrazen
- Ik raas aan.
- gebiedende wijs van aanrazen
- Raas aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrazen
- Raas je aan?
Gangbaarheid
- Het woord raas aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.