• raamt in
vervoeging van
inramen

raamt (...) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inramen
    • Jij raamt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inramen
    • Hij raamt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inramen
    • Raamt in!