raak aan
- raak aan
vervoeging van |
---|
aanraken |
raak aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanraken
- Ik raak aan.
- gebiedende wijs van aanraken
- Raak aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanraken
- Raak je aan?
- Het woord raak aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.