raadsvoorzitterschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raads·voor·zit·ter·schap
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van raadsvoorzitter met het achtervoegsel -schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | raadsvoorzitterschap | raadsvoorzitterschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het raadsvoorzitterschap o
- het raadsvoorzitter zijn; de functie van raadsvoorzitter
- ▸ Von der Leyen sprak samen met de Tsjechische premier Petr Fiala ter gelegenheid van de start van zes maanden Tsjechisch raadsvoorzitterschap.[1]
Gangbaarheid
- Het woord raadsvoorzitterschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Frans Boogaard“EU-import Russisch gas al één derde lager, Brussel houdt rekening met nieuwe afsluitingen” (06-07-2022), Tubantia