• pyg·mee
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘dwerg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1862 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pygmee pygmeeën
verkleinwoord pygmeetje pygmeetjes

de pygmeem

  1. een persoon behorend tot bepaalde volkeren in Centraal-Afrika die klein van postuur zijn
    • De pygmeeën beoefenen een opmerkelijke vorm van muziek. 
91 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]