puzzelen
- puz·ze·len
- Afgeleid van puzzel
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
puzzelen |
puzzelde |
gepuzzeld |
zwak -d | volledig |
puzzelen
- oplossen van raadsels en puzzels
- (figuurlijk) oplossen van een lastig probleem
- ▸ Rijkswaterstaat heeft vervanging gezocht. "Het is altijd even puzzelen. We hopen hem snel weer open te zetten", zei de woordvoerder. Rijkswaterstaat verwachtte eerder vanochtend dat de tunnel rond 08.00 uur weer open zou gaan, maar dat is niet gelukt. Later stelde Rijkswaterstaat die verwachting bij naar 09.00 uur.[1]
- Het woord puzzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "puzzelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “Ketheltunnel dicht tijdens ochtendspits vanwege ziekmeldingen, inmiddels weer open” (16 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be