putto op schilderij
 
putto als beeldhouwwerk
  • put·to
  • uit het Latijn[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord putto putto's
putti
verkleinwoord

de puttom

  1. (schilderkunst) in de beeldhouw- en schilderkunst een mollig kinderfiguurtje, bijna altijd mannelijk en meestal naakt en vaak met vleugeltjes
    • 'De compositie is vreemd,' zei ze. `De houding van de putto is ongebruikelijk. Normaal gesproken wijzen engeltjes omhoog naar de hemel of naar een Madonna naast of achter hen, maar deze wijst schuin naar beneden naar die blinde muur daar. Daar moeten we zoeken.' [2] 
    • Nederland is drie tekeningen rijker van de Italiaanse renaissancekunstenaar Rafaël (1483-1520). Het Teylers Museum in Haarlem ontdekte dat drie tekeningen in zijn bezit van de beroemde kunstschilder zijn. De werken werden eerst toegeschreven aan zijn leerlingen.
      Het gaat om de tekeningen Portret van een jonge man (1515-1517), Vliegende Putto (1518) en Jozua spreekt tot de Israëlische stamhoofden in Sichem (1516-1518). Het museum verrichte uitgebreid onderzoek naar de werken voor een grote Rafaëlexpositie in het najaar. Hieruit trokken onderzoekers de conclusie dat de tekeningen door de Italiaanse meester zelf gemaakt moeten zijn. [3]
       
11 % van de Nederlanders;
12 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Pfeiffer, Ilja Leonard
    "Grand Hotel Europa" 2018 ISBN 978-90-295-2622-7 pagina 375
  3. Tubantia 31-05-12 Teylers Museum ontdekt drie tekeningen van Rafaël
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be