punaise
- pu·nai·se
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pinnetje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1883 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | punaise | punaises |
verkleinwoord | punaisetje | punaisetjes |
de punaise v
- of duimspijker is een korte spijker of speld met een zeer brede kop, waardoor hij met de hand in een zachte ondergrond (bijvoorbeeld hout) te drukken is
- Punaises zijn berucht voor de lekke fietsbanden die ze kunnen veroorzaken
- Het woord punaise staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "punaise" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "punaise" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
punaise v
- (biologie) bedluis
- punaise, duimspijker
punaise
- (spreektaal) (bastaardvloek) verdorie! krijg nou wat! [1]